Vorig jaar had ik tijdens mijn vakantie in Noorwegen twee Kizlyar messen bij me. Een kleinere, typisch voor bushcraft, en een grotere…die ik eigenlijk niet gebruikt heb.
Nu ging ik het even helemaal anders doen. Ik had de gelegenheid gekregen twee Helle messen te testen. Helle, hét mes uit Noorwegen. (Naast Brusletto toch wel de twee bekendste Noorse messenmerken.)
En het handgemaakte Noorse mes natuurlijk!
Laat ik met dit laatste beginnen. Nog voor mijn eerste wandeling liep ik in Langesund de plaatselijke landwinkel binnen. Daar zat Tore Hvål achter een tafeltje met Noorse messen. Handgemaakte Noorse messen. Ik schoof aan en ik vroeg hem naar de Noorse traditie om een mes te dragen.
Vanaf dat moment heb ik er eigenlijk geen woord tussen gekregen. Ik heb nog wel een paar vragen kunnen stellen. Onder andere over de kwestie groot versus klein. Tore keek mij aan van onder de bril en zei: ‘You do no need a big knife. You can do everything with al small knife, woodcarving, making a flute, skinning an animal…”.
Wie ben ik dan om daar nog iets aan toe te voegen? Tore Hvål vertelde mij – en ik heb geen reden om aan zijn woorden te twijfelen, het is geen digitale man, dus ik heb niets over hem kunnen vinden op internet; zijn kaartje heeft zijn naam, zijn professie, ‘Knivmaker’ en een email adres – dat er ooit in Noorwegen een wedstrijd is uitgeschreven voor een mes ter ere van het 100 jarige bestaan van het Noorse mes.
Tore Hvål heeft deze wedstrijd gewonnen. Nogmaals, hij had geen foto, ik heb ernaar gezocht op internet, maar toen hij dit vertelde glom hij van trots. Ik heb hem later (weer) thuis gemaild met de vraag of hij nog een foto heeft van dat mes. Als hij reageert kom ik daar op terug. En natuurlijk ben ik met één van zijn messen de winkel uitgelopen. “You can see the sunrise on the handle…”, ik was verkocht.
Toen moest mijn eerste wandeling tegen een fjord omhoog, nog beginnen. Langesund en dan vooral het Rognstranda herbergt een wonderlijk natuurfenomeen. In de baai zie je twee duidelijke werelden: de horizontale lijnen van de lava in de zee en de verticale lijnen van een fjord dat recht omhoog gedrukt is. Tussen het ontstaan van deze werelden zitten duizenden jaren tussen, zo niet 100 duizenden jaren.
Voor de beklimming van het fjord maakte ik vorig jaar een wandelstok, zo ook dit jaar.
Ik had de Helle GT bij me en de Helle Speider.
Met de Helle GT trok ik er eerst op uit om een geschikte wandelstok te vinden. Het is geen zwaar mes, dus kappen is geen optie. Het vlijmscherpe staal – ijzer moet ik van Tore Hval zeggen, ‘the inside is steel, the outside is iron’ – gleed probleemloos door het hout. Ik fileerde de tak, die zeker een centimeter of 4 in doorsnede was.
Het ruige werk van egaal maken en takjes eraf halen, was ook geen probleem. Maar toen kwam het fijne werk… Ik dacht aan de woorden van Tore Hval: ‘You do not need a big knife’. De kleinere Helle Speider deed zijn werk fantastisch! Het mes ligt goed in de hand, is ook verschrikkelijk scherp, net als de Helle GT, maar voor precisie werk is een kleiner mes toch iets geschikter.
Ik was dan ook zeer tevreden met mijn wandelstok! Vorig jaar kon ik de wandelstok ‘ter algemeen gebruik’ nog achterlaten, dit jaar heb ik ‘em meegenomen. Die beklimming was dan ook een makkie.
Over ‘de eeuwige kwestie’ is het laatste woord natuurlijk nog niet gezegd. Ik was blij dat ik twee soorten messen kon gebruiken, juist die combinatie van ruig werk en precisie werk levert het beste resultaat. En eigenlijk had ik me in de combinatie van de Helle GT en de Helle Spider – wat Scout schijnt te betekenen – geen betere kunnen voorstellen. Ze vullen elkaar heel goed aan.
Met dank aan Helle knives en Knivesandtools.nl